Vorm en beweging
In de wereld om ons heen zien we krachtige tegenstellingen: in het introverte en het extraverte, warmte en kou, het stollen en vervluchtigen van materie, in bij jezelf zijn en je verbinden met anderen. Krachten die enerzijds vormend zijn en anderzijds juist dingen in beweging brengen. Ook binnenin onszelf vinden we die oer-polariteit: waar we naar buiten kunnen bewegen, iets kunnen initiëren, iets zichtbaar maken voor anderen, enthousiast kunnen worden, dat delen en zo een beweging in gang zetten. En tegengesteld daaraan naar binnen kunnen bewegen, consolideren, reflecteren op een situatie, iets concretiseren en vastleggen.
De ene richting is niet beter dan de andere, ze zijn zijn beide nodig om gezond te blijven, productief te werken, een aangenaam sociaal leven te leiden en in balans te zijn met de wereld. Het is juist de afwisseling die ze beide vruchtbaar maakt. De lemniscaat is een mooi beeld van deze tegengestelde bewegingen die met elkaar in harmonie zijn: een beweging van binnen naar buiten, en daaruit voortvloeiend een beweging van buiten naar binnen.
Maar wat als de balans zoek is en iemand geen moment rust neemt, altijd openstaat voor anderen, slecht voor zichzelf zorgt en moeilijk kan reflecteren op het eigen handelen? Of als iemand juist alles wil vastleggen, gesloten is en moeilijk in beweging komt, meer denkt dan doet en niet makkelijk contact maakt? Dan kan het helpen om die eenzijdigheid om te vormen tot levenskwaliteiten, door ze in contact te brengen met beide kanten van de polariteit. Zodat ze een keuze kunnen maken tussen iets ondernemen of terughouden, tussen actie of beweging of reflectie of rust. Dat kan ook een leidraad zijn voor kinderen: breng meer in beweging voor 'vaste' kinderen en meer vormkracht voor kinderen die te 'beweeglijk' zijn.
Plastische en muzische kunsten
Kunst zou je kunnen zien als een spel met vorm en beweging in tijd en ruimte. De verschillende kunstvormen zijn daarbij onder te verdelen in twee groepen. In de ene groep, de zogenaamde plastische kunsten, gaat het om het scheppen van vorm in de ruimte, bij de andere groep, de muzische kunsten, gaat het om het scheppen van beweging in de tijd.
- Plastische kunsten: tekenen, schilderen, boetseren, beeldhouwen, architectuur
- Muzische kunsten: dans, muziek, toneel, spreekkunst, spraak.
Bij de plastische kunsten wordt de vormkracht geoefend, er wordt gespeeld met vormen, er is een tastbaar resultaat dat blijft. De beweging die daarbij gemaakt wordt is van buiten naar binnen, een inademend proces van verharding, stollen en concretiseren. Plastische kunsten zijn doorgaans individueel, je maakt je eigen kunstwerk.
Bij de muzische kunsten is dat precies andersom: de beweging is naar buiten gericht, het speelt zich af in de tijd zonder blijvend resultaat. Een uitademend proces van vervluchtigen dat tot levendigheid leidt. Vaak worden deze kunsten in gezamenlijkheid beoefend, het sociale, de interactie is essentieel.
Als we het vormende/statische aan de ene kant en in beweging brengende/dynamische aan de andere kant als een polariteit zien, dan is er sprake van twee polen, maar ook van een dynamisch gebied daartussen. Dan wordt ook zichtbaar dat de ene plastische kunst misschien wat meer naar het muzische neigt dan de andere. Bij het vormtekenen bijvoorbeeld gaat het meer om de beweging die wordt geoefend dan om het eindresultaat van de tekening. Heel anders is dat bij het beeldhouwen. Ook heeft elke kunstvorm elementen in zich die meer naar de andere pool neigen. Zo is het element maat in de muziek juist een vormend en structurerend element.
Keuzes maken
Kunstvakken in het onderwijs kunnen kinderen leren om grip te krijgen, invloed uit te oefenen en te sturen op deze kwaliteiten. Zodat ze in hun latere volwassen leven niet overgeleverd zijn aan een situatie, maar steeds kunnen kiezen voor de juiste richting op het juiste moment: is er in een situatie structuur en overzicht nodig, of moet er juist levendigheid en losheid komen? Moeten er lessen geleerd worden uit het verleden of moet de blik op de toekomst gericht worden? Reik je uit naar een ander of blijf je bij jezelf? Zijn feiten van belang of zijn er meerdere scenario’s? Moet er even stil gestaan worden bij iets of kan de horizon verlegd worden?
Zo wordt het de kunst om in verschillende situaties steeds naar het juiste midden te zoeken. Waarbij je de tools hebt om een te starre situatie in beweging te kunnen brengen, en in een te vluchtige situatie te kunnen structureren. Kunstzinnig onderwijs kan op deze manier kinderen helpen om veerkrachtig te worden, en het vinden van innerlijke harmonie zelf in de hand te krijgen.
Spiritueel perspectief
Yin en Yang zijn concepten uit de Chinese filosofie die de onderlinge afhankelijkheid van tegengestelden en de dynamiek van het universum symboliseren. Ze komen oorspronkelijk uit het Daoïsme, waarin ze worden gezien als twee complementaire krachten die in alles aanwezig zijn.
- Yin: donker, ontvankelijk, verzorgend, koelte, vorm, rust, introspectie, nacht, herstel, innerlijk leven, aarde, passief, zacht.
- Yang: licht, actief, dynamisch, assertief, warmte, beweging, creatief, dag, actie, interactie, hemel/lucht, hard, productie.
Deze polariteiten zijn altijd in relatie tot elkaar. In elk aspect van het leven zijn er zowel Yin- als Yang-kenmerken aanwezig, die, wanneer ze in balans zijn, zorgen voor harmonie. Ze zijn niet statisch, maar voortdurend in beweging en verandering, wat betekent dat ze altijd met elkaar in interactie staan.
Antroposofisch perspectief
Over het wezenlijke van de muziek valt nauwelijks met begrippen uit het gewone leven te praten, schreef Rudolf Steiner, om de eenvoudige reden dat het muzikale eigenlijk niet in de fysieke wereld aanwezig is. Het gaat om de balans tussen lichaam en geest, tussen het fysieke en het geestelijke. De plastische beweging is daarbij incarnerend, de muzische beweging is excarnerend. Kunst is het samenspel hiertussen, waarbij er een verbinding ontstaat tussen het aardse en het kosmische, en de mens kan ervaren dat hij/zij deel uitmaakt van beide werelden.